Phidippus spec. Ometepe
Phidippus spec. Ometepe
Naam Nederlands: Ometepe Springspin
Wetenschappelijke naam: Phidippus spec. Ometepe
Leeftijd: Gemiddeld 2 a 3 jaar
Lengte: Mannen 6 – 18 mm en vrouwen 7 – 22mm
Dagtemperatuur: Gemiddeld 26 – 28 graden
Luchtvochtigheid: 40-70%
Activiteit: Dagactief
Wetgeving: Geen
Verblijf: Terrarium
Afmeting Jonge springspin: 5x5x7 cm
Afmeting Volwassen springspin: 20x20x30 cm
Omschrijving
De Phidippus spec. “Ometepe” vertegenwoordigt een springspinpopulatie die gedijt op het eiland Ometepe in Nicaragua. Deze behendige spinnetjes kenmerken zich door hun actieve levensstijl, typerend voor deze spinnensoort. Ze bevinden zich voornamelijk in bomen, waar ze met hun unieke bouw en kleuren perfect zijn aangepast om prooien te besluipen en te vangen. Deze jagers laten een indrukwekkend schouwspel zien tijdens het vangen van hun voedsel.
Vrouwelijke exemplaren springen in het oog door hun glinsterende metallic groene basiskleur, gecombineerd met een opvallend patroon van oranje en zwarte strepen op hun achterlijf. Aan de andere kant hebben mannetjes een meer ingetogen zwarte basiskleur, wat hun uiterlijk kenmerkt.
Het uiterlijk van de Ometepe Springspin (Phidippus spec. Ometepe)
Is mijn Springspin een Man of een Vrouw?
Het bepalen van het geslacht van een springspin vereist wat geduld en aandacht voor subtiele kenmerken die pas goed zichtbaar worden naarmate de spin ouder wordt. Het is daarom aan te raden om te wachten tot de springspin het vierde vervellingsstadium (FH4) bereikt, waardoor de spin de sub-adulte fase of volwassenheid nadert.
Mannelijke Ometepe Springspin
Mannelijke Ometepe springspinnen zijn kleiner dan de vrouwtjes en hebben een vrij basis zwart-wit kleurschema, met opvallende groen-blauwe tanden.
- Grootte: Met een afmeting tot 18mm zijn mannetjes kleiner dan de vrouwtjes.
- Kleur: Een typerend zwart-wit kleurenschema
- Tanden: Groen-blauwe tanden zichtbaar rond het 4e stadium.
- Voelpootjes: Verdikkingen aan het einde van de voelpootjes, vergelijkbaar met een komma.
- Pedipalps: Grotere pedipalps, bijna als ‘bokshandschoenen‘ die gebruikt worden voor het overdragen van sperma naar de epigyne tijdens de paring.
Vrouwelijke Ometepe Springspin
Vrouwelijke Ometepe springspinnen zijn groter dan de mannetjes en hebben een schitterende metallic groene basiskleur. Daarnaast variëren ze veder van warme tinten zoals oranje, rood, bruin, grijs, tot zelfs wit, met roze gekleurde tanden.
- Grootte: Over het algemeen groter dan mannetjes, met afmetingen die kunnen oplopen tot ongeveer 22 millimeter.
- Kleur: Variabel kleurenpalet, waaronder warme tinten zoals oranje, rood, bruin, grijs, en zelfs wit.
- Tanden: Roze gekleurde tanden.
- Voelpootjes: Gestroomlijnd met een gelijkmatige vorm.
- Pedipalps: Kleinere pedipalps in vergelijking met mannetjes.
- Epigyne: Het meest opvallende kenmerk aan de onderkant van het vrouwtje is de “epigyne,” een klein, zwart en glanzend puntje tussen de boeklongen. Dit kenmerk is cruciaal voor de voortplanting en het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke springspinnen.
Voeding en Jacht
Springspinnen zijn bekend om hun unieke en actieve jachtgedrag. Ze zijn in staat om prooien te besluipen en te vangen door middel van een combinatie van zicht, snelheid en precisie. Hier is een algemeen overzicht van hoe springspinnen jagen:
- Zicht: Springspinnen hebben uitstekende zichtorganen genaamd “voorste mediane ogen” die hen in staat stellen om bewegingen en details op korte afstand waar te nemen. Dit stelt hen in staat om prooien op te sporen en te volgen.
- Besluipen: Springspinnen zijn bekend om hun sluipende jachttechniek. Ze bewegen langzaam en voorzichtig in de richting van hun prooi, terwijl ze zich dicht bij het oppervlak houden om niet opgemerkt te worden.
- Afstand inschatten: Terwijl ze zich besluipend dichter bij hun prooi bewegen, schatten springspinnen de juiste afstand in. Dit is van cruciaal belang omdat springspinnen hun prooien vaak vanaf een korte afstand aanvallen.
- Sprong: Zodra de springspin meent dat hij dicht genoeg bij de prooi is, maakt hij zich klaar voor de aanval. Springspinnen hebben zeer sterke spieren in hun achterpoten en kunnen hiermee krachtige sprongen maken. De sprong wordt mogelijk gemaakt door de snelle ontspanning van deze spieren, waardoor de spin zich met aanzienlijke snelheid in de richting van de prooi lanceert.
- Zijdedraad: Tijdens de sprong laten springspinnen een dunne draad van spinrag achter, die als een soort anker fungeert. Dit anker zorgt ervoor dat de springspin na de aanval veilig kan terugkeren naar zijn oorspronkelijke positie als de aanval niet succesvol is.
- Vangst: Tijdens de vangst brengt de springspin zijn kaken (chelicerae) samen om de prooi te grijpen en te bijten. Deze beet introduceert een enzymatisch gif dat helpt bij de afbraak van weefsels van de prooi, waardoor de springspin het kan opnemen.
Het voeden van een Ometepe Springspin
In gevangenschap kun je Ometepe springspinnen voeden met verschillende levende insecten die geschikt zijn voor hun grootte.
- Vliegen: Kleine fruitvliegjes of vliegen kunnen een uitstekende voedselbron zijn voor springspinnen. Ze zijn vaak gemakkelijk verkrijgbaar en bevatten voldoende voedingsstoffen.
- Krekels: Afhankelijk van de grootte van de springspin kun je kleine tot middelgrote krekels aanbieden. Deze bieden wat variatie in het dieet en bevatten eiwitten.
- Vlinders en motten: Kleine vlinders en motten kunnen ook geschikte prooien zijn, vooral als ze qua grootte passen bij de springspin.
- Kleine sprinkhanen: Als je de beschikking hebt over kleine sprinkhanen, kunnen deze ook als voeding dienen voor springspinnen.
- Kleine kevers: Sommige kleine kevers kunnen ook geschikt zijn, maar zorg ervoor dat ze niet te groot zijn voor de grootte van de spin.
Het is belangrijk om de grootte van de voedselprooi aan te passen aan de grootte van de springspin. Het is beter om prooien aan te bieden die niet groter zijn dan de helft van de grootte van het lichaam van de spin. Dit voorkomt dat de spin wordt overweldigd of gewond raakt door te grote prooien.