Maanvissen zijn omnivoren, wat betekent dat ze een gevarieerd dieet hebben dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel omvat. In hun natuurlijke omgeving voeden ze zich met een verscheidenheid aan voedselbronnen, zoals insecten, larven, kleine ongewervelde dieren, algen en plantaardig materiaal. In gevangenschap kunnen maanvissen goed worden gevoed met een uitgebalanceerd dieet dat bestaat uit onder andere hoogwaardig vlokkenvoer, kies voor speciaal visvoer voor maanvissen in vlokkenvorm, zorg ervoor dat het voer geschikt is voor zowel vleesetende als herbivore soorten. Levend, bevroren of gevriesdroogd voer zoals muggenlarven, watervlooien, artemia en daphnia zijn uitstekende eiwitbronnen voor maanvissen. Aanvullend kun je plantaardig voedsel geven, zoals spirulina-vlokken of groenten zoals gekookte erwten, spinazie of courgette. Sommige maanvissen vinden het ook leuk om van algen op decoraties in het aquarium te knabbelen. Geef maanvissen alleen zoveel voedsel als ze in een paar minuten kunnen opeten om overmatig voeren en overtollig voedsel in het aquarium te voorkomen, wat de waterkwaliteit kan verslechteren. Regelmatige maaltijden en een uitgebalanceerd dieet zullen bijdragen aan hun welzijn en gezondheid.

De voortplanting van maanvissen omvat een interessant broedzorg gedrag waarbij beide ouders een belangrijke rol spelen. Hier is een overzicht van het voortplantingsproces van maanvissen:

1. Paarvorming: Maanvissen vormen paren als onderdeel van het voortplantingsritueel. Deze paren kunnen zich vormen door willekeurige interacties of door partnerkeuze.
2. Afzetten van eieren: Het vrouwtje kiest meestal een plat oppervlak, zoals een blad van een plant of een ander stevig oppervlak, om haar eieren op af te zetten. Ze kan enkele honderden eieren per legsel produceren, afhankelijk van haar grootte en leeftijd.
3. Bevruchting: Nadat het vrouwtje de eieren heeft afgezet, komt het mannetje naar voren om zijn sperma over de eieren te verspreiden, wat leidt tot de bevruchting van de eieren.
4. Broedzorg: Zowel het mannetje als het vrouwtje nemen actief deel aan de broedzorg. Ze beschermen en bewaken de eieren tegen potentiële roofdieren en houden ze schoon door ze met hun vinnen te ventileren.
5. Het uitbroeden van de eieren: De broedzorg gaat door totdat de eieren uitkomen, meestal binnen 2 tot 4 dagen na het afzetten, afhankelijk van de watertemperatuur.
6. Zorg voor de jongen: Zodra de eieren uitkomen, worden de jongen “larven” genoemd. Ze blijven nog enige tijd aan het oppervlak gehecht, waarbij ze zich voeden met een speciaal slijmerig voedselzakje dat ze van hun ouders hebben gekregen. Naarmate de jongen groeien en zelfstandiger worden, zullen de ouders ze nog steeds beschermen en begeleiden.

Het is essentieel om de juiste omgeving in het aquarium te creëren voor het broedproces en de broedzorg. Dit omvat voldoende schuilplaatsen, zoals dichte beplanting, waar de eieren kunnen worden afgezet en waar de jongen kunnen schuilen. Het kan ook nuttig zijn om de ouders te scheiden van andere vissen om agressie van andere aquarium bewoners te voorkomen en om de kans op het overleven van de jongen te vergroten.